De voorbije 30 jaar werden in de regio's Nærøyfjord en Undredal wegen aangelegd en daardoor kwamen er ook veel meer toeristen. Maar buiten dat gaan de zaken min of meer zoals vanouds. Tekst: Mikael Lunde
'Hei fara! Falturil-tural-tura!'
In een proeflokaal voor lokale geitenkaas zingt Leif Inge Underdal vastberaden een vers van ’Kråkevisa’, het kraaienlied, terwijl hij met zijn voet op het ritme meestampt. ’Ik krijg mensen zover om de laatste zin mee te zingen. Iedereen slaagt daarin, of ze nu uit Korea of eender welke andere plek komen,’ zegt hij.
We zijn in Undredal, wat je kunt vertalen als de ’wondervallei’. Het kleine dorpje ligt langs het water in een sprookjesachtig Noors fjordenlandschap bij de monding van het Nærøyfjord. In het café langs de kade laat Leif Inge Underdal reizigers van de plaatselijke cultuur van Undredal proeven. En ja hoor: zijn naam is een variatie op de naam van het dorp.
'Hei fara! Falturil-tural-tura!'
Kråkevisa – Het kraaienlied
Van het land leven
De plotse meezinger is een ijsbreker die zo doeltreffend is als de schepen die de nauwe zeeroutes in de winter bevaarbaar houden. Toch is de keuze voor ’Kråkevisa’ niet willekeurig. Volgens de moraal van dit traditionele volksdeuntje moet je altijd alles gebruiken en mag je niets weggooien. Doorheen zijn geschiedenis is dit een belangrijke les gebleken in deze geïsoleerde vallei. ’Ik probeer de mensen beter te doen begrijpen hoe het mogelijk is om langs het fjord van het land te leven. Elke grondstof van de boerderij moet benut worden om er de landbouw in stand te kunnen houden,’ aldus Underdal, die ook de plaatselijke kruidenierswinkel in het dorp uitbaat.
'Maar wie komt luisteren, moet niet alleen iets leren. Ze moeten het ook vooral naar hun zin hebben,’ zegt hij enthousiast. 'Dus bied ik ook een beetje entertainment!’
Unieke kaas
Een paar minuten verder op de (nog steeds nieuwe) weg van Undredal liggen een paar kleine boerderijen die geitenkaas en vlees produceren. Op de middag hangt aan één van de voordeuren een briefje: ’de melkmeid heeft pauze tot 14 uur.’
Erna Underdal Skarsbø wrijft de slaap nog uit haar ogen terwijl ze een kopje koffie en een stuk taart met verse geitenkaas aanbiedt. Zo gaat het hier als je een vreemde aan de deur hebt. De kaas komt wel gewoonlijk niet uit de kamer hiernaast. ’Het is deze ochtend gemaakt,’ zegt Erna, die elke dag om vier uur opstaat om de dieren te melken.
Enkele van haar kazen verkoopt ze in de winkel van Leif Inge in Undredal. Nu er een weg ligt, kreeg ze al bezoek van mensen uit Nederland, Duitsland, Rusland en Oost-Europa, die vanuit hun auto het bordje ’Geitenkaas te koop’ langs de weg konden zien. ’We communiceren met gebaren of met enkele woorden gebroken Engels,’ vertelt Erna. De boerderij is al vier generaties lang in handen van haar familie.
Eén van Noorwegens meest typische producten is de bruine weikaas, gemaakt van geitenmelk. ’De wei wordt zeven tot acht uur gekookt tot de natuurlijke suikers van de melk gekarameliseerd zijn,’ legt Underdal uit in het café, terwijl hij vier verschillende kazen laat zien uit de kleine fabriek in de vallei.
De kaas wordt geserveerd met platbrood, zure room, plaatselijke geitenworst en drie soorten jam van wilde bessen: bosbessen, frambozen en de plaatselijke favoriet, kruipbramen. Cassissiroop en versgemaakt appelsap hoort ook op een traditionele tafel.
Alles wordt lokaal geproduceerd en zit propvol smaak. ’De geiten kunnen vrij langs de bergwanden klimmen om het beste voedsel te vinden. Wanneer zij het beste eten hebben, krijgen wij de beste melk,’ zegt de kruidenier.
<br />
Sereniteit en afzondering
Het is vanaf het fjord dat je het beste uitzicht hebt over de traditionele boerderijen die zich aan de steile bergwanden lijken vast te klampen. De beroemde ’Stigen’ (de ladder) is een mooi voorbeeld: een afgelegen boerderij die enkele honderden meters boven het turquoise fjordwater ligt. ’Toen de belastinginner vroeger zijn geld kwam ophalen, werd ook de ladder opgehaald, zodat hij niet naar boven kon. Zo gaat het in het verhaal,’ zegt Per A. Hove, kapitein van MF Fanaraaken, die tussen Flåm en Gudvangen vaart.
Aan de kust kun je ook de staafkerk van Undredal zien. Deze werd in 1147 gebouwd en is de kleinste in Scandinavië die nog in gebruik is. De kerk is in de zomer elke dag open en is zeker een bezoekje waard.
Langs het Nærøyfjord kun je nog steeds een glimp opvangen van drie oude gehuchten die tussen de fjorden en de bergen geklemd zitten en die al sinds mensenheugenis bewoond zijn. Het grootste had enkele generaties terug een veertigtal bewoners, maar nu woont er haast niemand meer. ’Er is slecht één man die tijdens de winter in dat gehucht blijft,’ zegt Hove, die naar een piepkleine, charmante nederzetting wijst, terwijl de veerboot rustig voorbijglijdt.
Hove legde deze route voor het eerst per boot af in 1962. Een halve eeuw later is er van verveling geen sprake. 'Sommigen zeggen dat op zee werken in iemands bloed zit en dit kan wel kloppen,' zegt hij. 'Er zijn altijd nieuwe uitdagingen, geen twee dagen zijn dezelfde. Bovendien is dit fjord natuurlijk zo bijzonder, zeker op zonnige dagen. Het laatste stuk richting Gudvangen blijft je steeds weer betoveren.'
Net als voor Erna zullen veel dingen nooit veranderen. 'Wat de voorbije 30 jaar veranderde? We hebben nu wegen, ik heb een auto en er zijn meer toeristen. Verder is alles nog hetzelfde. We houden de buitenwereld op onze manier in de gaten, maar het is zo heerlijk rustig hier. Alles valt op z’n plaats,' zegt de melkmeid, 'het is mijn paradijs.'
Ontdek het zelf
De beste deals van onze partners
Boek je volgende vakantie-avontuur in Noorwegen meteen.
Deze regio biedt meer
Je hoeft niet te wachten tot je hier bent om te bepalen wat je zou willen doen. Filter je zoekopdracht en bekijk onderstaande aanbiedingen.