Veiligheid op het water

Tot op zekere hoogte hebben alle Noren zout water door hun aderen stromen en al op vroege leeftijd leren ze hoe je je op een boot en langs de kust moet gedragen. Toch hebben we allemaal enkele tips nodig om veilig en droog te blijven.

Denk aan de veiligheid op de boot en plan je tocht voor je vertrekt. Kennis en planning verminderen de risico’s en maken de tocht alleen maar leuker. Laat altijd iemand weten waar je naartoe trekt, wanneer je verwacht terug te zijn en hoe je boot eruit ziet. Huur je een boot, geef deze informatie dan door aan de verhuurfirma. Vraag ook aan de plaatselijke bevolking waar het veilig is en waar het water gevaarlijk is.

Neem het nodige materiaal mee

Alle uitrusting op de boot moet in goede staat en ook gemakkelijk bereikbaar zijn. Raak vertrouwd met het navigatiesysteem en andere technische apparaten aan boord. Weet je deze apparatuur goed te gebruiken, dan komt dit de veiligheid zeker ten goede.

Breng zeker een mobiele telefoon mee en bewaar die in een waterdichte, plastic verpakking. Mocht je je plannen aanpassen of ondersteuning nodig hebben, kun je er de nodige mensen mee contacteren.

Zorg voor visuele noodsignalen aan boord, zoals rood noodvuurwerk, oranje gevaarvlaggen of -lichten.

Zorg bovendien ook voor genoeg brandstof.

Check de weersvoorspellingen

Bekijk de weers- en wateromstandigheden voor je de kust verlaat. Het weer kan op een paar minuten tijd helemaal omslaan, zeker op zee. Toon respect voor het weer en het water en ga alleen varen als de omstandigheden het toelaten. Blijf ook niet te lang weg voor je weer aan land gaat.

Bekijk de laatste plaatselijke weersverwachting op Yr.no dat wordt verzorgd door het Norwegian Meteorological Institute en de Norwegian Broadcasting Corporation (NRK). Download de gratis weerapp van Yr voor iOS of Android.

Volg de regels van de zee

Er zijn een aantal regels die gelden voor boten op het water, net zoals voor auto’s op de weg. Het is belangrijk om deze regels te kennen om een aanvaring te vermijden en je eigen veiligheid en die van anderen niet in het gevaar te brengen. Onthoud dat veiligheid, het milieu en ieders welzijn een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is.

Werd je op 1 januari 1980 of later geboren, moet je op z’n minst over een Yachtmaster Certificate of Competence ('båtførerprøven') beschikken om in Noorse wateren een boot te mogen besturen die langer is dan acht meter of die meer kracht heeft dan 25 pk. Hoewel het niet verplicht is voor personen die eerder geboren werden, wordt het toch sterk aangeraden. Een soortgelijk of hoger certificaat van een EER- of EU-land wordt ook aanvaard.

Draag altijd een reddingsvest

Je bent verplicht een reddingsvest mee te nemen op je tocht en je draagt deze best altijd aan boord. Dring erop aan dat iedereen aan boord een reddingsvest of ander drijfmiddel draagt.

Niet drinken en varen

Zorg ervoor dat je uitgerust en nuchter bent. In Noorwegen bedraagt het maximum toegelaten alcoholgehalte in het bloed voor wie een boot bestuurt 0,8 promille. Onthoud dat alcohol invloed heeft op je beoordelingsvermogen en je kansen op overleven verminderen bij een ongeval.

Laad je boot niet te zwaar

Geloof het of niet, maar de zwaartekracht is ook van toepassing op zee. Zorg ervoor dat het gewicht gelijk verdeeld is en neem niet te veel mensen mee op de boot. Het spreekt voor zich dat dit je tocht negatief kan beïnvloeden en ook je veiligheid aan boord in het gevaar kan brengen.

Man overboord

Valt iemand overboord, dan is het belangrijk die zo snel mogelijk opnieuw aan boord te hijsen. Zelfs in de zomer kun je binnen enkele minuten onderkoeld raken. Mocht het nodig zijn, gooi dan een drijfmiddel naar de drenkeling, maar spring zeker niet zelf overboord. Hangt er een touw of een knipperlicht aan het drijfmiddel, zoveel te beter. Krijg je de drenkeling niet uit het water, probeer hem dan mee aan land te voeren. Laat niemand in zee achter, wanneer je hulp gaat zoeken.

Is de persoon terug aan boord, haal hem dan uit de natte kleren en voorzie hem zo snel mogelijk van droge kleren. Het belangrijkste bestaat erin verder warmteverlies van het lichaam te vermijden. Je koelt sowieso nog 15 tot 20 minuten verder af, nadat je uit het water komt.

Wees voorzichtig in een reddingssituatie

Help je iemand aan boord van je boot, let dan op dat je boot niet omslaat, zeker als je in een kleine roeiboot, kano of kajak onderweg bent.

Is je boot gekapseisd en drijft hij nog, ga dan niet zwemmen, maar blijf bij de boot en wacht op redding. Als je kunt, klim dan op de boot, maar wees voorzichtig dat die niet onstabiel wordt.

The tail of the Codfather

Meer veiligheidstips op het water op de website van de Norwegian Maritime Authority

Oevers, rivieren en meren

Natte kleding en de kou zijn niet alleen op zee een probleem. Je kunt even goed vanaf de oever in zee vallen, of je nu bij de kust bent, aan een meer of langs een rivier.

Grote delen van Noorwegen zijn steil en nat, de ideale combinatie om te gaan raften. Ga wel niet op je eentje raften. Je zou altijd op pad moeten gaan met een gids, want zij hebben de uitrusting en de expertise om de veiligheid op elk moment te kunnen inschatten.

Waad je door een rivier, probeer dan de kracht van de stroming goed in te schatten. De stroming van het water kan erg krachtig zijn en voor je het weet, verlies je je evenwicht. Een waadstok helpt je in balans te blijven.

Ga je onderuit in een rivier en word je meegevoerd, probeer dan een zittende houding aan te nemen in de rivier, met je benen gestrekt in de richting waar je heen drijft. Zo bescherm je jezelf beter tegen stenen en rotsen. Houd je voeten hoog in het water zodat je niet vast komt te haken aan stenen of gruis op de bodem. Bij een sterke stroming kan dit je naar beneden sleuren. Je kunt je richting controleren door met je armen te ’zwemmen’.

Zwemmen en veiligheid op het strand

Blijf veilig dankzij deze vuistregels.

1. Leer zwemmen.
2. Ga nooit alleen zwemmen of laat anderen alleen zwemmen.
3. Ga niet zwemmen wanneer je honger hebt, net gegeten hebt of alcohol hebt gedronken.
4. Controleer de diepte van het water.
5. Zwem langs de oever en zwem niet vlak onder een aanlegplaats of duikplank.
6. Overschat je eigen zwemcapaciteiten niet. Ken je grenzen en houd je eraan.
7. Duw anderen nooit in of onder water.
8. Ga uit het water als je je koud of ziek voelt.
9. Roep om hulp als je in gevaar bent.